Dat concludeert Het Financieele Dagblad na een rondgang onder professionals
die veel met faillissementen te maken hebben.
Anders dan in veel andere landen kan in Nederland één schuldeiser blijven
weigeren om akkoord te gaan met een voorstel om bijvoorbeeld schulden deels
kwijt te schelden of over een langere periode terug te betalen. In het
uiterste geval kan die weigering leiden tot een faillissement van een
bedrijf. Dat leidt tot narigheid bij alle betrokkenen.
In Groot-Brittannië daarentegen kan de rechtbank schuldeisers dwingen om mee
te werken aan een regeling, als driekwart van de schuldeisers heeft
ingestemd.
Volgens het FD
hebben Duitsland, België, Frankrijk, Spanje en Griekenland inmiddels ook hun
wetgeving aangepast om onnodige faillissementen te vermijden én hun
concurrentiepositie te verdedigen.
Sommige bedrijven zien de Nederlandse faillissementswetgeving namelijk als een
risico. Het FD noemt Endemol als voorbeeld van een bedrijf dat overwoog een
Engels bedrijf te worden. Toen het in finacnciële problemen kwam, had het
veel last van een enkele schuldeiser die niet akkoord wilde gaan met een
betalingsregeling.
De Nederlandse Faillissementswet dateert uit 1893. De wet ligt al lang onder
vuur, maar een ingrijpend voorstel tot hervorming in 2007 haalde de Tweede
Kamer niet. Dat voorstel beoogde overigens vooral de wetgeving bij surseance
aan te pakken. In Nederland leidt uitstel van betaling vrijwel altijd tot
een faillissement.
In Nederland gaan jaarlijks nu zo'n tienduizend bedrijf failliet, een kwart
meer dan voor de kredietcrisis.
Lees ook:
Actuele faillissementsinformatie
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl